ontwikkeling

Hoewel ik soms jaren niet tekende, is het algemeen genomen altijd een grote passie geweest naast mijn liefde voor paarden. Beide ontstonden in mijn vroege jeugd. De keuze om ze te combineren is dan ook een open deur. Mijn grootste passie was en is echter het schrijven.

Mijn vroegste streven was een zo realistisch mogelijk iets neer te zetten, bij voorkeur met zoveel mogelijk actie. Oude tekenmappen staan vol met springende, steigerende en galopperende paarden, luipaarden die een prooi najagen, enzovoorts. Begin jaren 90 werd mijn grootste passie de Akhal-Teke, waar ik via een Russisch circus mee in aanraking kwam.



Zowel de liefde voor paarden als het tekenen kwam op een zeer laag pitje te staan vanaf 1996. Pas eind 2000 zou ik het tekenen en schilderen weer heel langzaam oppakken. De paarden moesten nog even wachten, al speurde ik van tijd tot tijd het internet af voor informatie over de Akhal-Teke, wat er op dat moment nog maar nauwelijks was.

In mijn werk streefde ik nog altijd realisme na, over het algemeen zoekende naar een zo vlug mogelijk resultaat. Zelden stak ik meer dan enkele uren in een werk, al waren er destijds uitzonderingen. Dit was wel te zien aan de wisselende kwaliteit.




Vanaf 2003-2004 begon ik gaande weg steeds meer de grenzen op te zoeken van kleurgebruik en contrasten. Wat houtskool betreft resulteerde dit eind 2004 in een belangrijk werk, waarop de gehele generatie van daarop volgend houtskool werk gebaseerd is. Het werk "Marron" was tegelijk een erg emotioneel werk aangezien het een portret van de zojuist ingeslapen merrie van een vriendin was.



Omdat ik niet langer de ruimte had om in olieverf te werken, werd pastel steeds belangrijker.



Realisme bleef het belangrijkste uitgangspunt, wat veranderde toen ik digitaal schilderen ontdekte. Door digitaal te werken permitteerde ik mezelf steeds grotere vrijheden, aangezien ik bij een verkeerde keuze 'gewoon' op ongedaan maken kon klikken en er meerdere versies op na kon houden in mijn zoektocht naar het beste eindresultaat.

Medio 2006.
Strak realisme was voortaan alleen nog voorbehouden voor digitaal werk. Het steeds minder star wordende vrije werk verplaatste zich terug naar de traditionele media, zoals pastel.




In mei 2006 werd de moeilijke periode die vanaf 1996 mijn leven had beheerst afgesloten met het overlijden van mijn ernstig zieke moeder. Een periode van experimenteren en zoeken begon, ten eerste met zelfportretten. Het eerste werk was een stifttekening met zwarte lijnen en contouren om mijn gezicht neer te zetten. De ontwikkeling van mijn zelfportretten is niet hier te zien, maar op Ranshi Ga Suki (onderdeel van JoSav.com).



Ik trok deze manier van werken door naar de paarden, waarvan de afbeelding van de twee dravende Akhal-Tekes de eerste was. Hiermee was de weg ingeslagen naar de hoofdmoot van mijn huidige paarden gerelateerd werk: de Akhal-Teke Series en Equus Oriëntalis. Het eerste, en beide series overlappende werk was het Traditionele Turkoman werk uit 2007.



Het houtskool werk en de digitale schilderijen zijn tegenwoordig een nevenfactor, maar absoluut nog aanwezig. Deze ontwikkeling kwam echter pas echt op gang in medio 2007, nadat ik de veelal moeilijke ervaringen uit de periode 1996-2006 grotendeels heb kunnen verwerken.
Realisme is minder van belang geworden, emotie en kleurenspel des te meer.
Hoewel ik het realisme niet volledig de rug toe heb gekeerd, een realistisch kunstenaar ben ik niet en zal ik naar alle waarschijnlijkheid niet meer worden. Ik beleef veel meer plezier aan het vrij werken dan aan het werken aan de hand van een enkele foto. Bovendien is de concurrentie binnen het traditionele realisme voor mij veel te verstikkend.









terug naar huis